Weer een liefde ten einde
Weer een liefde ten einde, als een goed citrusseizoen / of een periode van opgravingen waarbij uit de diepte / ontroerde dingen zijn opgehaald die liever waren vergeten.
Weer een liefde ten einde. En zoals wanneer een groot / huis is gesloopt en het puin afgevoerd, zo sta je op de lege / vierkante bouwplaats en je zegt: wat was dat een klein / stukje grond, waar dat huis op stond / met al die verdiepingen en mensen.
En heel uit de verte van de dalen komt het geluid / van één enkele tractor aan het werk, / en heel uit de verte van vroeger het getik / van een vork die, op een porseleinen bord, voor het kind / eigeel met suiker roert en schuimig klopt / en tikt en tikt.
1988, Yehuda Amichai, Israël
Uit: Een grote rust, Meulenhoff, Amsterdam, 1988, vertaling Tamir Herzberg
Yehuda Amichai (1924 – 2000) Israëlisch dichter. Amichai wordt in Israël en ver daarbuiten beschouwd als Israël’s belangrijkste moderne dichter. Was één van de eersten die in alledaags Hebreeuws zijn gedichten schreef. Zijn werk werd zowel in zijn eigen land als internationaal gewaardeerd met tal van prijzen.