In de slavenhaven, gedicht bij de zee in dit jaar 1970
Hoewel het blauw / helder is / en in wit verdwijnt / op het fijne zand, / en de wind de diepte der palmen / tot gezangen snijdt, / is er nog steeds het bloed / dat fluistert in de golven; / op volle zee verflarden / de gewonde kreten van slaven. / Boven de oude graven en het voormalige fort / van door het zout vervormde steen, / slapen warm / de vette hagedissen, / maar toch klinkt / tussen de gaten / pijnlijk en aanwezig / het snikken van kinderen / en het klagen van bruiden, / tot begeleiding van het wiegen / van slavenschepen.
Sérgio Vieira (1941), Mozambiquaans
Vertaling Harrie Lemmens