Orde
Sappho heeft mij verlaten, / haar lichaam wordt nu / door een ander bezet.
Alles wat ik bedenk: / haar verdrinken in zee, opblazen / met semtex, wurgen met mijn handen,
valt in het niet bij de constatering: / de avond begint, het wordt koud, / ik ga de tuindeuren sluiten.
bron foto: nederlandsepoezie.org
F. Papenhove (1956)