Een steen
water glijdt langs en groet vluchtig, / hij blijft in beweging van denken, omspoeld / door suggesties, geduldig geslepen. Daar / ligt hij, vast in de bocht, schijnt de zon / een vrolijk tafereel: een steen die zich / niet verveelt, die ziet hoe het toegaat, / verandert, verdwijnt en aldoor bestaat.
Zoals water
Zoals water, waarin alles zachter / zich weervindt, veilig in rimpels, / diep gezonken in oppervlak – dat / afwacht wat het uit moet beelden, / vertakte raadsels van het land, van / waar geen naam voor is de glans.
Uit: Achter de waterval – Tom van Deel, Querido Amsterdam, 1986
De onlangs (12 aug. 2019) overleden dichter Tom van Deel. bron foto: nrc.nl
Tom van Deel (Apeldoorn, 1945 – 2019)