bron foto: koninklijkhuis.nl
Thierry zat achter het stuur en vertelde me het verhaal van een liefde; zijn vingers lagen om het stuur geklemd en zijn ogen tuurden ingespannen naar de weg, die niet veel meer dan een gevaarlijk karrespoor vol kuilen was. Zijn stem klonk heel zoet; hij zag er zelfs niet eens zo oud uit. Plotseling zei hij iets waarvan ik onder de indruk was: ‘een mens weet nooit wanneer het verdriet begint dat eeuwig bij hem blijft.’ Ik keek hem aan en zag dat er een traan over zijn wang liep.
‘Noch het verdriet, noch de blijdschap,’ reageerde ik zachtjes. ‘Een mens weet nooit iets, Thierry. Dat is zijn grote angst.’
Uit: Jij, de duisternis – Mayra Montero, Wereldbibliotheek Amsterdam, 1996