De ogen van mijn vader
De ogen van mijn vader hebben in mij nooit / Vertrouwen gewekt.
In mijn herinnering zie ik mijn vader / Met opgeheven vuist: / Teken voor een jeugd, / Teken voor een tijd.
De vuist die de mens / Tot een perfectie / Sloeg.
Daarom is het dat ik zorgvuldig / De humanisten en de kerken, / Allen die me met perfecties pesten, / Haat.
Al vergeet ik daarbij nooit dat mijn vader / Ondanks zijn ontzag voor God en zijn Oorlogen / Op de een of andere wijze mijn moeder / Heeft liefgehad.
Uit: Gedichten 1954-1983, Manteau Antwerpen, 1984
bron foto: bol.com
Ben Cami (1920-2004, Durham, UK)