Hamlet
De zaal wordt stil. Ik aarzel op de planken. / Leunend in de deurpost blijf ik staan. / Even vang ik op uit verre klanken / Hoe het in mijn leven zal vergaan.
In het nachtelijke duister keren / Duizenden binocles zich naar mij. / Als het mogelijk is, Abba Here, / Draag dan deze kelk aan mij voorbij.
Uw geboden wil ik niet beschamen / En ik ben tot deze rol bereid, / Maar vandaag speelt hier een ander drama, / Scheld mij deze keer Uw opdracht kwijt.
Voorbeschikt is alles in dit leven, / Onafwendbaar ’t einde van de reis. / Ik sta alleen, door huichelaars omgeven. / Deze aarde is geen paradijs.
Uit: De meisjes van Zanzibar, 20-ste eeuwse gedichten uit Oost-Europa, Plantage Leiden, 2000
Boris geschilderd door zijn vader Leonid Pasternak, in 1910.
Boris Pasternak (1890-1960, Moskou, Rusland)