foto: Eric Koch; bron foto: nl.wikipedia.org
Dood hout
Een zwijgend bos, alleen gehamer van / termieten in het doodgebloede hout / van neergestorte stammen, overwoekerd / met bekerzwam, witglazig porcelein.
Moerdamp, de bittere geur van slijmrig hars. / Eenzamer, dacht ik, kan een mens niet gaan.
Ik heb de witte mieren weer gehoord / kloppende onder het hart van ’t leidseplein
Dood hout tot diep in de apollolaan.
Uit: Verzamelde gedichten, Querido Amsterdam, 1965
Willem Brandt (1905-1981, Groningen)