bron foto: nrc.nl
Winter
De onrust dienje deze najaarsmaanden / van alles wat je bent heeft afgeleid, / verdwijnt; het jaargetijde is aanstaande / dat aan je ware wezen is gewijd.
De nevel heeft rondom het huis bekropen, / de kamer krimpt tot rond de kaarsevlam, / en weer sla je dezelfde boeken open / die je ook vorig jaar in handen nam.
Je leest. Slechts hierin bleef je heel je leven, / wat er ook is geweest, jezelf getrouw. / De dingen zijn zoals ze staan geschreven, / en wat je kwijt was wordt opnieuw van jou.
Uit: Onmogelijk geluk, Bert Bakker Amsterdam, 1992
Jean Pierre Rawie (1951, Scheveningen)