De Antichrist is geboren /
Om Brazilië te leiden /
Maar de Raadgever is gekomen /
Om ons van hem te bevrijden
In de roman De oorlog van het einde van de wereld vertelt de Peruviaanse schrijver Mario Vargas Llosa het verhaal van een messiaanse figuur in het Noord-Oosten van Brazilië, die een duistere mengelmoes van chistelijke zedenleer en apocalyptische visioenen predikt. Hij, de Raadgever, weigert de jonge Braziliaanse republiek te erkennen. Daar gaat de regering op af want de man heeft tienduizenden volgelingen en vormt een bedreiging.
Over deze messiaanse figuur schreef ook de grote Braziliaanse auteur Euclides da Cunha al een omvangrijk boek: Os Sertões.
In het volgende fragment krijgen we zicht op wat de Raadgever zijn volgelingen voorhoudt:
Hij sprak over eenvoudige maar belangrijke dingen, zonder een van de mensen om hem heen speciaal aan te kijken, of liever gezegd, met zijn brandende blik dwars door het koor van ouden van dagen, vrouwen, mannen en kinderen heen kijkend naar iets of iemand die hij alleen kon zien. Dingen die men begreep omdat ze al sinds onheuglijke tijden onbewust bekend waren en men ze gelijk met de moedermelk in zich opnam. Actuele, tastbare, dagelijkse, onvermijdelijke dingen, zoals het einde van de wereld en het laatste Oordeel, dingen die misschien al zouden plaatsvinden voordat de dorpsbevolking de halfingestorte kapel weer had opgebouwd. Wat zou er gebeuren als Onze-Lieve-Heer zag hoe ze zijn huis hadden verwaarloosd? Wat zou hij zeggen over de handelswijze van die pastoors die in plaats van de arme te helpen, hem de zakken leegklopten door hem te laten betalen voor de diensten van de Kerk? Mochten Gods woorden worden verkocht, moesten die niet gratis worden gegeven? Welk excuus zouden die paters tegenover de Heilige Vader aanvoeren voor het feit dat ze ondanks hun gelofte van kuisheid onttucht pleegden? Konden ze soms leugens bedenken voor hem die gedachten las zoals een spoorzoeker de voetafdruk van de jaguar leest op de grond? Praktische, dagelijkse, huiselijke dingen zoals de dood die naar het geluk leidt als je er met een schone ziel naartoe gaat, als naar een feest. Waren de mensen soms dieren? Zo niet, dan moesten ze in hun mooiste kleren onder die poort door als bewijs van ontzag voor hem die ze daar zouden ontmoeten. Hij vertelde hun over de hemel en ook over de hel, het huis van de Hond dat geplaveid was met gloeiende kooltjes en ratelslangen, en over hoe de Duivel zich kon vertonen in onschuldig uitziende nieuwlichterijen.
uit: de oorlog van het einde van de wereld, Meulenhoff Amsterdam, 2011; vertaling Mariolein Sabarte Belacortu
bron beeld: dariovivo.com
Mario Vargas Llosa (1936, Arequipa, Peru)