Er moet toch, zei de clown tegen de dief, / een uitweg zijn uit al dit ongerief? / De patsers drinken wijnen uit mijn gaarde, / ploegen mijn grond, maar niemand kent de waarde.
De dief zei: Hou je rustig, heb geen grief. . Voor velen mist het leven perspectief. / Wij laten achter ons wat ons bezwaarde. / Niet kwaadspreken. Het wordt al laat op aarde.
En langs de wachttoren, waar prinsen staarden, / was het verkeer van vrouwvolk intensief, / rond wie blootvoetse dienaren zich schaarden.
Een kater jankte verre van poeslief. / Twee ruiters kwamen nader op hun paarden, / terwijl de wind zich huilende verhief.
Zijn de verhalen over het begin / van Mr. Tambourine Man dus, nou waar? / Spelen Lou Adlers sessiemensen daar, / Met als enige echte Byrd McGuinn?
Ja, van Columbia moest het vlug klaar, / en hun manager vond ze nog te min. / Alleen het zingen doen ze zelf erin, / En Roger speelt de twaalfsnarige gitaar.
Het lijkt op Sweetheart of the Rodeo / net of Gram meedoet met een zangsolo, / hoewel hij er niet bijstaat. Is dat zo?
Lee Hazlewood had een contract met hem. / Oorspronkelijk werd het gedaan door Gram. / Wat toen vervangen is door Rogers stem.
uit: 1000 sonetten 1966-1996 – Jan Kal, Nijgh & Van Ditmar Amsterdam, 1997