Roel Bentz van den Berg: stemmen die zingen

RoelBentzvandenBerg; editio.nlbron beeld: editio.nl

Schrijver en programmamaker Roel Bentz van den Berg (1949) geeft taal aan wat om woorden schreeuwt. Bijvoorbeeld: Wat is de soul van de Engelse zangeres Dusty Springfield?

Die stem, die stem, die stem.

Die naar rozen, regen en metaal smakende stem, waar ik vroeger – en vroeger is sindsdien nooit meer weggegaan – altijd stil van werd wanneer ik haar ergens uit een luidspreker hoorde komen. Of nee, dat laatste klopt maar half. Het aangrijpende en aantrekkelijke van die stem was nu juist dat ze niet uit die box kon komen. Als die stem een persoon was – en dat was zij natuurlijk – dan staken alleen de lange armen van die stem door de gazen bekleding naar buiten en bleef de rest gevangen in het donkere binnenste van de luidspreker. Kom dichterbij, wenkten de armen van die stem vanachter het zilvergrijze gaas, ik heb al zo lang op je moeten wachten. Toe, pak mijn handen en trek mij hieruit, ik heb je nodig.

Van den Berg mijmert: ‘Stemmen die zingen, misschien wel de meest elementaire vorm van menselijke expressie.’

De zangstem als vehikel en vingerafdruk van de ziel. Via de stem, zingend, kun je losbreken uit de file van gevoelens die je functioneren blokkeren; in de echo worden, als in een spiegel, de contouren zichtbaar van je ware gedaante, en soms, beter nog, ook die van een antwoord op jezelf.

De zeggingskracht van zo’n zangstem wordt sterker naarmate de ziel waarvan zij spreekbuis is zich over een grotere bandbreedte van vaak moeilijk met elkaar te rijmen emoties uitstrekt. Want dat is een andere kant van de onbepaalde hunkering in een killer voice – dat zij het ventiel is van een vat vol tegenstrijdigheden of op z’n minst grote onzekerheden: seksueel, psychologisch, cultureel.

Man-vrouw, blank-zwart, werelds-religieus, onderdrukt-ambitieus, bang-opstandig: hoe meer er getobd wordt met de identiteit en hoe sterker alle onzekerheid die met dit getob gepaard gaat gecompenseerd moet worden, hoe beter het is voor het bereik van de stem, in de breedte maar vooral in de diepte. Dat is wat mensen bedoelen wanneer ze over Dusty Springfield zeggen dat zij een van de weinige blanke zangeressen was met ‘soul’. Kom daar maar eens om bij de Mariah Careys en de Céline Dions van deze wereld – zangeressen die alleen maar volume hebben, technisch perfect geluid zonder enige expressie. De steriele kunst van het kunstje waar het ‘grote publiek’ zo van houdt, juist omdat de ziel, de angel, die enge diepte, daarin ontbreekt.

Nee, dan Dusty, wier stem een en al angel was, angel en engel tegelijk, hotline van soul tot Soul.

uit: zapdansen, Augustus Amsterdam, 2005

Roel Bentz van den Berg (1949, Amsterdam)

https://youtu.be/lkHGiWD3JA4?feature=shared

Bijna iedere dag muziek: Burt Bacharach

Burt Bacharach (1928-2023) nam de indeling van zijn muziek in de easy listening-categorie niet helemaal serieus. De aanhoudende stroom klassiekers die hij componeerde, meestal in eendrachtige samenwerking met tekstschrijver Hal David, waren rijke muziekstukken met ongebruikelijke ritmes en harmonieën, met verschuivende maatsoorten en ongebruikelijke fraseringen. Ook Frank Sinatra was ervan onder de indruk.

In zijn te boek gestelde memoires Anyone who had a heart (2013) verklaarde Bacharach: Als een melodie te gemakkelijk bij me binnenkomt, denk ik: dat is niet goed, ik keer de melodie binnenstebuiten en kijk er kritisch naar, bij voorkeur ’s nachts. Een poplied is een korte vorm om iets uit te drukken, alles telt.

Zijn genie lag in het verteerbaar maken van het complexe, het omzetten van zijn ideeën – ontleend aan pop-, jazz- en orkestmuziek, naar commercieel goud.

Geboren in Missouri, maar opgegroeid in New York, studeerde hij muziek om pianist en dirigent te kunnen worden bij Vic Damone, de jaren 50. Later in de jaren 50, begin 60 leerde hij Hal David kennen. Het duo brak door met The story of my life, een nummer voor Marthy Robbins, en Magic Moments dat geschreven werd voor Perry Como. Vanaf dat moment begon een oneindige reeks hits: van Dusty Springfield’s I just don’t know what to do with my life, Aretha Franklin’s I say a little prayer, Make it easy on yourself van The Walker Brothers tot Alfie van Cilla Black.

Voor Bachrach en David was Dionne Warwick echter het allereerste kanaal waarmee ze nieuwe liedjes de wereld in stuurden. In de jaren 60 met veel en groot succes: Don’t make me over en I’ll never fall in love again. Toen het duo stopte met de samenwerking, keerde Bacharach terug naar Warwick en beleefde ze in de jaren 80 nog een wederopstanding: That’s what friends are for. Die opleving duurde tot in de jaren 90. Oasis plaatste Bacharach op de cover van hun album Definility maybe. Elvis Costello begon met Bacharach waar David gestopt was: een samenwerking die leidde tot nieuwe songs.

bron: Uncut, mei 2023

Rumer zingt als Dusty; Minnie Riperton was er veel te kort

Rumer (geboren als Sarah Joyce in 1979) is van Pakistaanse origine. Haar stemgeluid doet denken aan Karen Carpenter en Dusty Springfield. Ze heeft een voorliefde voor musical en easy listening. Burt Bacharach en Judy Garland zijn haar grote idolen. Nadat Rumer in 2010 met haar solo-album Seasons of my soul op de proppen kwam, ging het snel met haar rijzende ster. Jools Holland nodigde haar uit voor een toernee. Toen ook Burt Bacharach haar thuis uitnodigde voor hem te komen zingen, was het wonder geschied. Inmiddels is Rumer te zien en te horen geweest met Jamie Cullum en Elton John. In 2012 werd ze door Obama uitgenodigd om in het Witte Huis te komen zingen. Haar laatste muzikale daad was een album met liederen van Bacharach en Hal David (2016, This girl’s in love)

Minnie Riperton (1947 – 1979), Amerikaanse en soulzangeres. We kennen haar van haar grootste hit Lovin’ You (is easy cause you’re beautiful). Riperton kreeg deze regel als grafschrift van haar familie. Die hit liet ook horen waarom Riperton zo uniek was: ze had een stembereik van 5 octaven. Haar roots lagen in de opera. Ze werd tot opera-zangeres opgeleid maar koos voor soul en rhythm and blues. In 1962 sloot ze zich aan bij de meidengroep The Gems. Die groepsnaam wijzigde twee keer (van Girls Three naar The Starlets) voordat de dames hun eerste hit scoorde: My baby’s real uit 1968. Het zou een Northern Soul-klassieker worden.

Ondertussen bracht Riperton onder het pseudoniem Andrea Davis solo-werk uit. Gesteund door Earth, Wind and Fire-drummer Maurice White en producer Charles Stepney. Een verhuizing naar Florida volgde waar ze zich ging toeleggen op de opvoeding van haar kinderen. Een loopbaan als veelbelovend zangeres leek ver weg.

Een medewerker van het platenlabel Epic zocht contact met haar en daaruit volgde de opnamen voor haar album Perfect Angel waarop de hit Lovin’ You. Dit album werd mede geproduceerd door Stevie Wonder en kwam in 1974 uit.

In 1976 keerde de kansen. Er werd borstkanker geconstateerd; een borstamputatie volgde. Vanaf dat moment zette Riperton zich in om gelden bijeen te krijgen voor the American Cancer Society. Voor haar inzet kreeg ze lof van toenmalige US-president Jimmy Carter, die haar onderscheidde met de Society Courage Award. In 1979 stierf de 31-jarige zangeres met dat herkenbare stemgeluid.