… de rijke (Engelse) jeugd dompelde zich onder in de cultuur van de Oudheid en reisde naar Italië of Griekenland… (bron illustratie: http://www.osteriadacarmela.it)
Het Grote Reizen (le Grand Tour) is een begrip uit de 17-de en 18-de eeuw. Was voor jongelingen uit welgestelde families, die zich de luxe lieten aanreiken. De rijke jeugd ging naar Parijs, Genève, Rome of Berlijn. Ze gingen met een gids, een paar maanden of een paar jaar afhankelijk van de dikte van de portemonnee, en dompelden zich onder de in cultuur van de Oudheid (Egypte, Italië, Griekenland), de Renaissance; of trokken de natuur in, met een voorliefde voor de Alpen of het Italiaanse platteland.
Met name de Engelse adel vond dat de kroost de kans moest hebben om de westerse beschaving te ontdekken. Dat mocht ook op seksueel gebied. Voordeel in die dagen was dat men tijd had. Het vervoer ging immers te paard, met koets, boot of schip. En allemaal in een tempo waarin er volop tijd was onder de indruk te komen van landschap, bewoners, de vreemde cultuur en eten en drinken. Daar deden sommigen verslag van en daar plukken wij de vruchten van.
De ommezwaai in het grote reizen kwam in de 19-de eeuw met de uitvinding van de stoommachine. Die leidde tot stoomtrein en stoomschip en tot sneller reizen. Maar ook tot goedkoper reizen waardoor reizen bereikbaar werd voor bredere lagen van de bevolking.
Tegenwoordig is reizen een fluitje van een cent. Bestemmingen en (vervoers-) mogelijkheden zijn legio. Voor de prijs hoef je het niet te laten. Wel zijn de redenen wellicht iets anders van aard. Maar velen gaan nog op pad om kennis te maken met die andere cultuur, soms met, maar vaker zonder gids. En er blijven liefhebbers van cultuur; terwijl anderen juist genieten van de natuur. Ondertussen is de wereldburger geen vaag begrip meer: hij/zij bestaat!
(bron, inspiratie: Made in Europe – Pieter Steinz, Nieuw Amsterdam Amsterdam, 2014)