bron beeld: vpro.nl
Ik lees de bundel Alle verhalen van Rogi Wieg (1962-2015). Het eerste verhaal gaat over een hoofdpersoon die eerst Arabier was: ‘Ik was nog een kleine jongen en riep dat ik voor de Arabieren was en dat die rot-joden het onderspit moesten delven.’ Zijn joodse moeder liet sissend weten dat hij zelf joods was. ‘Het was de eerste keer dat ik het hoorde.’ In het verhaal onderzoekt de hoofdpersoon zijn joodse identiteit. Hij haalt herinneringen op aan zijn Hongaarse grootouders, ouders en zijn geliefde, die naar Israël vertrok. Hij ging niet mee: ‘Ik houd van Europa, ik ben een aangepaste jood die niet van woestijnen en lage, witte huizen houdt. Mijn verlangen gaat uit naar Wenen en Boedapest, naar Praag, niet naar Tel Aviv met zijn schitterende zee.’
Onderdeel van het verhaal is een parabel die veelzeggend de effecten van de Holocaust beschrijft.
Kohn en Grün zijn na de oorlog naar Zuid-Amerika gegaan. Beiden hebben ze in een concentratiekamp gezeten en zijn ziek. In Zuid-Amerika wonen ze in een armenhuis. Ze slapen in één bed.
Op een nacht wordt Kohn wakker en merkt dat Grün niet naast hem ligt. Hij valt weer in slaap. De volgende nacht wordt Kohn weer wakker; Grün ligt niet naast hem. Kohn besluit wakker te blijven en op zijn vriend te wachten. Maar hij valt in slaap.
De nacht daarop wordt Kohn opnieuw wakker. Grün is er niet. Kohn blijft wakker en ziet dat Grün pas tegen de ochtend thuiskomt. Kohn besluit de volgende nacht niet in slaap te vallen; hij wil weten wat Grün ’s nachts uitvoert.
Midden in de nacht staat Grün voorzichtig op. Hij kleedt zich zachtjes aan en pakt een pannetje van onder het bed. Grün gaat de straat op. Kohn volgt hem. Ze lopen door vele straten, de zon begint al op te komen. Dan komen ze bij een put. Wanneer Grün het deksel van de put wil oplichten, schreeuwt Kohn: ‘Hé, wat doe je daar?’
Geschrokken draait Grün zich om en zegt: ‘Wat doe jij hier? Je moet stil zijn.’ Kohn loopt naar Grün toe en vraagt: ‘Waarom?’ Grün kijkt hem aan en zegt: ‘Hier in deze put zit Mengele. Iedere nacht kom ik hem eten brengen, want hij heeft beloofd dat hij me dan de volgende keer zal sparen.’
uit: alle verhalen, Rainbowpocket Amsterdam, 1999
Rogi Wieg (1962-2015, Delft)