Bob Dylan zong het ooit: And the names of the heroes, i’s made to memorize, with guns in their hands and God on their side. (in With God on our side). God aan je zijde hebben daar ging het in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) vooral om. Het was de clash tussen de katholieke overheersing en de concurrerende ideeën van Luther en Calvijn in de Nederlanden. Maar het was ook de strijd tussen koning, adel en opkomende burgerij (vooral de koopman, die door handel veel geld te verteren had).
Het begon tussen koning en adel. Een Spaanse koning die de macht naar zich toe wilde trekken en de adel die juist niet wilde afzien van verworven rechten. Daar kwam het opkomend protestantisme bij. Maar ook de ideeën van de humanisten (Erasmus) speelden een rol. Geloof in de rede, recht hebben op een vrij leven, geluk, menselijke waardigheid, vrijheid, tolerantie en eigen verantwoordelijkheid waren de punten die Erasmus onder de aandacht bracht.
Maarten Luther spijkerde een plakkaat met 95 stellingen aan de kerkdeur in Wittenberg en schopte daarmee de katholieke kerk onder het gat. Geen handel in aflaten, Het Nieuwe Testament en de mis in je moerstaal. Maar ook tegen de Maria-verering en sacramenten was hij.
Je had de Wederdopers. Zij wezen de kinderdoop af en vonden dat kerk en staat gescheiden moesten worden.
Johannes Calvijn
En dan Calvijn. Niet gek dat hij het in de Nederlanden goed deed. Calvijn vond het vragen en betalen van rente legitiem. Dat was ongehoord in andere religies. Calvijn wordt daarom wel eens de vader van het kapitalisme genoemd.
In de tijd van de Tachtigjarige bestond de Nederlanden uit: België, Nederland, Luxemburg, Nord, Pas de Calais, Picardië en een aantal happen Duitsland.
Naast de Nederlanden, speelden Spanje, Duitsland, Frankrijk en Engeland een rol in deze oorlog. Ook in deze strijd waren er winnaars en verliezers. Hugenoten die in Frankrijk op de vlucht moesten en naar de Nederlanden trokken. Zij drukten een stempel op ons economisch en cultureel leven.
Nooit eerder was de burgerij zo actief in beeld als in deze langdurige oorlog. Zelfs het proletariaat verhief haar stem.
De oorlog werd vooral uitgevochten door legers van huurlingen. Huurlingen die vaak de beloofde penningen niet kregen en daardoor aan het plunderen sloegen. De wreedheden tijdens de Tachtigjarige waren schrikbarend.
(wordt vervolgd)