Keret huilt niet (want een echte kerel)

keret; cultura.sme.skbron beeld: kultura.sme.sk

De Israëlische schrijver Etgar Keret (1967) heeft het in Zeven vette jaren veel en vaak over zijn gezin en familie. In bijgaande fragmenten gaat het over zoon Lev en waarom die zijn papa nog nooit heeft zien huilen.

Lev klaagt dat hij me nog nooit heeft zien huilen. Hij heeft zijn moeder verschillende malen zien huilen, vooral als ze hem een verhaal voorleest met een droef einde. Hij heeft zijn grootmoeder een keer zien huilen, op zijn derde verjaardag, toen hij tegen haar zei dat hij wilde dat opa beter werd. Hij heeft zelfs zijn juf van de kleuterschool zien huilen, toen ze een telefoontje kreeg dat haar vader gestorven was. Ik ben de enige die hij nooit heeft zien huilen. En dat geeft me een ongemakkelijk gevoel.

(..) Ik ben niet boos omdat je nooit huilt, zegt Lev, en legt zijn kleine hand op mijn arm, alsof hij mijn ongemak aan voelt, ik probeer alleen maar te begrijpen waarom. Waarom mam wel huilt en jij niet.

Ik vertel Lev dat toen ik zo oud was als hij alles me aan het huilen maakte: films, verhalen, het hele leven. Bij iedere bedelaar, overreden kat of afgedragen pantoffel barsste ik in tranen uit. De mensen om me heen dachten dat dat een probleem was, dus kreeg ik voor mijn verjaardag een kinderboek speciaal geschreven om kinderen te leren stoppen met huilen. De hoofdpersoon van het boek huilde veel, totdat hij een denkbeeldige vriend tegenkwam, die opperde dat hij elke keer als hij de tranen voelde opkomen ze moest gebruiken als brandstof voor iets anders: een lied zingen, tegen een bal trappen, een dansje doen. Ik heb dat boek wel vijftien keer gelezen, en ik oefende wat erin stond telkens opnieuw, net zo lang tot ik zo goed was in het niet huilen dat het vanzelf ging. En nu ben ik er zo aan gewend dat ik niet meer weet hoe ik ermee moet ophouden.

Dus toen je klein was, vraagt Lev, ging je iedere keer dat je moest huilen een liedje zingen?

Nee, geef ik aarzelend toe, ik kan niet zingen. Dus meestal als ik de tranen voelde komen sloeg ik in plaats daarvan iemand op z’n muil.

Dat is vreemd, zegt Lev met een filosofisch stemmetje, ik sla meestal iemand als ik blij ben.

Dit lijkt me het juiste moment om naar de keuken te lopen en wat kaasstengels voor ons beiden te halen.

We zitten stilletjes te knabbelen in de woonkamer. Vader en zoon. Twee mannetjes. Als je aan de deur zou kloppen en het vriendelijk vroeg, zouden we je een kaasstengel geven, maar als je in plaats daarvan iets deed wat ons verdrietig of blij zou maken, dan is er een grote kans dat je flink zal worden afgetuigd.

uit: zeven vette jaren, Podium Amsterdam, 2014; vertaling Adriaan Krabbendam

Etgar Keret (1967, Ramat Gan, Israël)

NL-4K-E

e-elsken van der, ed

Ed van der Elsken (1925-1990, Amsterdam). Was fotograaf en filmer van (sub)culturen. Werd ernstig beïnvloed door het existentialisme: romantisch verlangen, rusteloosheid en zwaarmoedigheid. Van der Elsken fotografeerde mensen met liefdevolle blik. Op latere leeftijd liet de fotograaf ook een blik op zijn eigen leven toe.

e-engels, pieter

Pieter Engels (1938-2019, Rosmalen). Werd ziek van het schilderen met olieverf en moest omkijken naar andere vormen van zich uitdrukken. Deed dat met objecten, zeefdruk en later weer met schilderen. Zijn kunstbedrijf EPO stak de draak met zaken als: authenticiteit, uniek zijn en de individuele expressie; waarden die belangrijk werden gevonden in de moderne kunst.

E-erelman, otto

Otto Erelman (1839-1926, Groningen). Had een voorkeur voor het schilderen van jachthonden en paarden, met name ook voor jachttaferelen. Zijn stijl is realistisch met aandacht voor de compositie en dynamiek. Erelman was in zijn tijd geliefd vandaar dat er in het Groninger Museum een apart kabinet aan zijn kunst was gewijd.

e-erfmann, ferdinand

Ferdinand Erfmann (1901-1968, Rotterdam). Kent een a-typisch oeuvre en een verrassende onderwerpkeuze. Acrobaten, goochelaars en vrouwen domineren dat oeuvre. Stevige fabrieksmeiden en hoeren. De kunstenaar schilderde zichzelf ook als vrouw. Waarschijnlijk vanwege de aandrang tot travestie. Erfmann leidde een eenzaam bestaan en was licht wereldvreemd.

Carlos Drummond de Andrade en de onsterfelijk snik

drummond de andrade, carlos; pinterest.combron beeld: pinterest.com

Carlos Drummond de Andrade (1902-1987), Braziliaans dichter en columnist, werd in zijn jeugd beïnvloed door het in Brazilië populaire futurisme. Bij ons is de Braziliaanse dichter vooral bekend geworden door zijn erotische gedichten, mede dankzij de film O Amor Natural (1996) van de Nederlandse Heddy Honingmann. In die film declameerden Brazilianen hun favoriete erotische gedicht en vertelden welke herinnering aan dat gedicht vastzat. Kortom, een invloedrijk dichter die veel meer in zijn mars had, zoals bijgaand gedicht toont:

De deftige doden

Er lag in een hoek van de kamer een album met ondraaglijke fotografieën, / vele meters hoog, oneindige minuten oud, / waarover allen zich bogen / vrolijk spottend met de doden in geklede jas.

Een worm begon te knagen aan de onverschillige jassen / en vrat de bladen, de opdrachten, zelfs het stof der portretten.

Alleen niet de onsterfelijke snik van leven die losbrak / die losbrak uit de bladen.

uit: door mij spreken verboden stemmen, Bezige Bij Amsterdam, 1961; vertaling M. de Jong

Carlos Drummond de Andrade (1902-1987, Brazilië)

Bijna iedere dag muziek: a clockwork orange, soundtrack

https://youtu.be/h_1ZgawwV2c

Een briljante boekverfilming is een bedreiging voor de literatuurliefhebber. Al was het maar omdat je de roman die eraan ten grondslag ligt niet meer onbevangen kunt lezen. Neem Stanley Kubricks A Clockwork Orange (1971), bij de première controversieel wegens ultra-violence en 35 jaar later nog steeds een geestige, angstaanjagende en uitzinnig vormgegeven toekomstvisie. Geholpen door de sublieme soundtrack (met opzwepende bewerkingen van the great Ludwig Von) hebben Kubrick en zijn hoofdrolspeler Malcolm McDowll zich A Clockwork Orange toegeëigend. Anthony Burgess (1917-1993) had het nakijken: zijn filosofische roman uit 1962, geschreven in een mengeling van shakepeareaans Engels en jongerentaal met Russische leenwoorden, wordt heel wat minder gelezen dan een meesterwerk verdient.

(..) Behalve door de profetische maatschappijvisie 1984 van George Orwell en door de taalexperimenten van James Joyce liet Burgess zich in A Clockwork Orange inspireren door muziek. Dat was hem, een amateurcomponist wiens symfonische werk af en toe nog wordt uitgevoerd, wel vertrouwd. Muziek, zo constateert een van de artsen die hoofdpersoon Alex ‘behandelen’, is a useful emotional heightener. In het eerste deel van het boek zijn de symfonieën van Beethoven de ideale begeleiding van zijn snode daden; in het tweede deel wordt hij dankzij de Pavlov-therapie misselijk zodra hij zelfs maar een paar maten uit de Vijfde of de Negende hoort. Maar Burgess laat ook popmuziek een belangrijke rol spelen in A Clockwork Orange, zij het dat hij alle liedjes en alle bands waar Alex naar luistert uit zijn duim zoog. Alle bands? Nee, één groepsnaam komt ons bekend voor, omdat er in de jaren tachtig een groep was die zich naar een van de verzinsels van Burgess noemde: Heaven Seventeen.

Het hoeft waarschijnlijk geen betoog dat Singing in the Rain, het Gene Kelly-liedje dat in de Kubrick-verfilming zo’n belangrijke rol speelt, in de roman niet voorkomt.

uit: elk boek wil muziek zijn – Peter de Bruijn en Pieter Steinz, Prometheus Amsterdam, 2006

https://youtu.be/pJrU9RIurFE

Bijna iedere dag muziek: W.A.Mozart

In dit korte verhaal van schrijver J.Bernlef (1937-2012) volgen we een getrouwde vrouw waarvan de kinderen het huis uit zijn. Ze besluit een kamer te huren, zonder medeweten van haar man. Daar geeft ze zich over aan haar wensen en behoeften. In dit geval het verzamelen van spullen gekocht in tweedehands-winkels en zich hullen in kleding die ze anders nooit zou dragen. Ze neemt een nieuwe identiteit aan en mengt zich in haar nieuwe hoedanigheid onder de mensen. Ze bezoekt een café en dan volgt dit fragment:

De man in het witte overhemd herhaalde haar bestelling en voegde eraan toe: I don’t like the music of the youngsters. But these violins are nice.

Ze knikte heftig. Yes, they are very nice indeed, zei ze.

De ober had een dun schijfje citroen over de rand van het glas geschoven, een plastic staafje met een rondje aan het uiteinde rustte schuin in het borrelende water. Ze keek rond. De man met de scheiding en de orderportefeuille had het café verlaten zonder dat ze het had gemerkt.

De violen op de radio hadden nu gezelschap gekregen van een klarinet. Ze herkende de muziek als iets van Mozart. Het was prettige muziek, Mozart. Laatst was ze naar een film geweest over Mozart waarin hij werd voorgesteld als een losbol die alleen maar achter de meisjes aanzat. Daar viel in ieder geval niets van te horen. Mozart was al lang dood. In de film werd hij vanaf een kar bij druilerig weer in een diepe modderkuil gegooid. Ze geloofde niet dat zo iemand zo aan zijn einde was gekomen. Dat was natuurlijk alleen voor het effect gedaan. Zodat de muziek je nog meer zou doen. Ze nam een voorzichtig slokje van de gin-tonic.

uit: een eigen kamer; uit: Doorgaande reizigers – J. Bernlef, Querido Amsterdam, 1990

Marchand & Meffre fotograferen filmpaleizen van weleer

marchand &meffre; bioscoop2marchand &meffre; bioscoop4marchand &meffre; bioscoop6marchand &meffre; bioscoop8

Typisch 20-ste eeuws verschijnsel? De enorme filmpaleizen die in de USA uit de grond werden gestampt om een nieuw verschijnsel ruimte te geven: de film. Ze boden onderdak aan filmliefhebbers en kijkers. In den beginne werd er zelfs (live)muziek gemaakt.  Het Franse fotografenduo Yves Marchand en Romain Meffre was nieuwsgierig naar de teloorgang van de vooroorlogse filmtheaters. Marchand en Meffre hadden al een naam als het gaat om het precies vastleggen van architecturale teloorgang. Eerder al maakten ze series over verwaarloosde binnenplaatsen in Boedapest en de industriële ruïnes van Detroit.

Het Franse duo gebruikt voor de foto’s grootbeeldcamera‘s. Dat maakt duidelijke en precieze beelden mogelijk. De vooroorlogse bioscoop heeft in veel gevallen, zo zien we, een andere functie gekregen. In andere gevallen helemaal geen functie meer. Dat vergankelijkheid ook schoonheid in zich bergt, lieten de Fransen al eerder zien. Met deze nieuwe serie Movie Theaters zien we hoe eens majestieuze en magnifieke architectuur snel vergaat en tot een verleden gaat behoren. Een jong verleden, zelfs.

marchand &meffre; bioscoopmarchand &meffre; bioscoop3marchand &meffre; bioscoop5marchand &meffre; bioscoop7

Het unieke oeuvre van Stanley Kubrick

Vernieuwend, invloedrijk en excentriek; kwalificaties voor de Amerikaanse filmmaker Stanley Kubrick (1928-1999). In zijn jeugdjaren blonk hij uit in wiskunde, schaakte graag en werd op 16-jarige leeftijd ontdekt als fotograaf. Na de fotografie lokte de film. Eerst documentaire en vervolgens de fictiefilm.

Kubrick maakte in 45 jaar tijd 12 zeer goed bekeken en gewaardeerde films. Zijn films kennen een pessimistisch beeld op de mens en zijn emotioneel afstandelijk. Kubrick laat de kijker zijn hoofdpersonen observeren in plaats van zich er mee te idenficeren. Technisch zijn de films perfect. langzame camerabewegingen en ongewone standpunten; veel aandacht voor decor en muziek en special effects.

In de meeste films van de Amerikaan volgen we een hoofdpersoon die moet kiezen tussen goed en kwaad. Meestal wordt het kwaad gekozen. Het gaat dus om de negatieve kant van de menselijke natuur. Niet vreemd dat veel van zijn films over oorlog gaan. Vaste thema’s in zijn films: wraak, hebzucht, lust, zinloosheid, krankzinnigheid en geweld. Kubrick zoekt de controverse. Zwarte humor, grof geweld, expliciete seks, racisme en drugsgebruik; allemaal gekozen om tot controverse te leiden. Hetgeen veel en vaak gebeurde. Niettemin werden zijn films door het publiek zeer gewaardeerd. Naar een nieuwe Kubrick werd verlangend uitgezien. Mijn introductie was A Clockwork Orange, een film over zinloos geweld op muziek van Beethoven. Een introductie om nooit meer te vergeten. Een film die zeker niet gemaakt is om te behagen. Dat was precies wat Kubrick was: uniek in zijn soort.

bron: wikipedia

Assembleer je schilderij: materie-kunst

Het zijn de jaren 50 van de vorige eeuw. Er is een wildgroei in kunststromingen op gang gekomen in zowel de abstracte als de figuratieve schilderkunst; nieuwe technische mogelijkheden zoals film, video en tv kondigen nieuwe mogelijkheden tot expressie aan. Kunstenaars kijken terug en vooruit en geven hun eigen draai aan bestaande stromingen. Een voorbeeld van dat laatste is de materie-schilderkunst. Belangrijkste vertegenwoordigers: Tàpies, Burri, Bogart en Wagemaker.

materiekunst; tapiesmateriekunst; tapies2

De Spanjaard Antonio Tàpies (1923-2012) ontdekte de Afrikaanse kunst, het gevonden voorwerp van Dada en het werk van Miró. Zijn assemblages moesten een protest zijn tegen de akademische schilderkunst. Hij maakte zijn werken met zand, zeildoek, stro en touw. Vond dat zijn schilderijen muren waren geworden. Wenste na deze constatering alleen nog maar via muren te communiceren. Zijn oeuvre is omvangrijk, bestaat voor een deel uit morteldoeken waarvan het verfoppervlak ouder lijkt dan Tàpies zelf. Zijn klaagmuren getuigen van het martelaarschap van het Spaanse volk dat leed onder het Franco-regime.

materiekunst; burrimateriekunst; burri2

De Italiaan Alberto Burri (1915-1995) was in de oorlog werkzaam als veldarts. Bij gebrek aan materiaal begon hij te schilderen met jute, lompen en pek. Vanaf 1946 wijdde hij zich geheel aan de kunst. Zijn schilderijen waren dik, gecraqueleerd en zijn assemblages werden gemaakt van verschroeid hout, plastic en lompen. In zijn werk worden zijn oorlogservaringen verwerkt. Grove stukken met rode verf besmeurde jute verwijzen naar de verbanden die hij aanlegde tijdens de oorlog.

materiekunst; bogartmateriekunst; bogart2

Bram Bogart (1921-2012) werd in Delft geboren maar verhuisde in 1960 naar België. Hij maakte geometrische composities, vuistdik, 3D en ze doen denken aan speciebrij. Het lijken uitvergrote details in heftige primaire kleuren. Later werden de kleuren somber en doen de stuc-achtige texturen denken aan landschappen.

materiekunst; wagemakermateriekunst; wagemaker2

Jaap wagemaker (1906-1972) geldt als NL’s vertegenwoordiger van de materie-schilderkunst. Boetseerde met zand en kiezels zijn gewapende verflagen. Noemde ze woestijngebieden en voegde er stukken hout, leisteen, schroot, botten, schelpen en machine-onderdelen aan toe. ‘Ik bouw mijn schilderijen op met elementen uit de natuur. Zij moeten evenals de natuur een vanzelfsprekend organisme zijn,’ vond Wagemaker zelf.

La Jument: standvastige en fotogenieke vuurtoren

la jument, jean guichard

foto: Jean Guichard

Dwars door het geraas van de storm hoorde Théo Malgorn het geluid van een propeller toen hij in het lichthuis was. Uit nieuwsgierigheid liep hij naar beneden. Toen hij de deur opendeed, zag hij een helikopter boven de woeste golven van de Mer d’Iroise cirkelen. Fotograaf Jean Guichard keek vanuit de lucht toe hoe de golven van de Atlantische Oceaan onophoudelijk tegen La Jument beukten. Intuïtief drukte hij precies op het juiste moment af: de vuurtorenwachter stond in de deuropening terwijl de toren door een gigantische vloedgolf werd omspoeld.

Hoge golven, onstuimige zee leiden in de Passage du Fromveur tot talloze schipbreuken. Daar moest actie komen. Die kwam door een schenking van Charles Eugène Potron, zelf overlever van een schipbreuk. Hij liet 400.000 frank na voor de bouw van een vuurtoren in de buurt van het eiland Ouessant.

In 1904 werd in allerijl met de werkzaamheden begonnen en hoewel de vuurtoren met veel kunst- en vliegwerk binnen de gestelde termijn in gebruik kon worden genomen (binnen 7 jaar), vertoonde de toren in de jaren erna allerlei mankementen als gevolg van de overhaaste bouw. De eerste stormen brachten algauw abnormale trillingen in de constructie aan het licht. Tijdens stormachtig weer werden de vuurtorenwachters niet zelden door paniek bevangen op momenten dat de toren in zee dreigde te storten. Er werden meerdere restauratiepogingen ondernomen, maar de herstelwerkzaamheden waren zo gecompliceerd en begrotelijk dat deze pas dertig jaar later voltooid konden worden. Ondanks de aanpassingen bleef La Jument voor velen ‘de hel van Ouessant.

Bouwjaar: 1904-1911; ontstoken 1911; geautomatiseerd 1990; nog steeds actief; achtkantige toren van steen; hoogte 47 meter; lichthoogte 41 meter; reikwijdte 22 zeemijl

In 2017 werd de hoogte gemeten van de golven die tegen La Jument beukten. De hoogste was ruim 24 meter.

L’Equiper, een film uit 2004 van regisseur Phillipe Lioret, speelt zich af op Ouessant, met in de hoofdrol de vuurtorenwachters van La Jument.

In 2015 werd La Jument officieel een Frans historisch monument.

uit: atlas van vuurtorens aan het einde van de wereld – José Luis Gonzalez Macías, Meulenhoff Amsterdam, 2021; vertaling Irene van de Mheen

Trailer van de film L’Equiper waarin La Jument een belangrijke rol speelt.