De landschappen van Jan Mankes: poëtisch en precies

Jan Mankes (1889 – 1920) is niet oud geworden maar hoe spijtig is dat! Hij leidde een teruggetrokken bestaan en schilderde vooral zijn omgeving: landschappen, dieren en mensen. Dat deed hij met precisie en met een poëtische blik. Zijn werken maken een verstilde indruk. Luchten en licht zijn diffuus. Ik moet altijd aan mist denken als ik zijn landschappen zie. Het werk heeft een licht onwerkelijke sfeer terwijl je toch naar de afbeelding van zijn werkelijkheid kijkt.

Als je naar Mankes’ werk kijkt, zie je door een venster een andere tijd: Nederland, het Nederlands landschap van 100 jaar geleden. Geen auto’s, nauwelijks een mens. Akkers, slootjes, bomenrijen en velden met kleurige bloemen. Idyllisch. Maar ik zie ook aanzetten tot experiment. Bijvoorbeeld hoe de bomen neergezet zijn als een soort flosdraadjes die aan het pluizen gaan. Of de prachtige kleurcombinaties die naar bloembedden verwijzen. Dat lijkt meer op impressie dan expressie. Je ziet het talent, de wil naar meer en het kunnen. Het mocht niet zo wezen. Gelukkig hebben we zijn schilderijen!

jan-mankes-1jan-mankes-2jan-mankes-3jan-mankes-4jan-mankes-5jan-mankes-6

Landschap: Mama Mia-kerkje, Skopelos

mama-mia-kerk-skopelos

Fles in zee

Drie rotsen een paar armzalige dennen en een verlaten kerkje en daarboven / begint hetzelfde landschap opnieuw als een kopie; / drie rotsen in de vorm van een poort, geroest, / een paar armzalige dennen, zwart en geel / een vierkant huisje begraven onder kalk; / en daarboven begint hetzelfde landschap / nog vele malen trapsgewijs opnieuw / tot aan de horizon tot aan de schemerende hemel.

Hier hebben wij de boot verankerd om onze gebroken riemen te herstellen / om water te drinken en te slapen. / De zee die ons verbitterde is diep en niet te peilen / en strekt zich uit in eindeloze sereniteit. / Hier tussen de steentjes hebben wij een munt gevonden / daar hebben wij om gespeeld. / De jongste won en hij verdween.

Wij gingen weer aan boord met de gebroken riemen.

Yórgos Seféris (1900-1971), Griekenland

Viktor Vasnetsov sloeg zijwegen in

Viktor Michailovitsj Vasnetsov (1848 – 1926) Russisch kunstschilder. Geboren in een plattelandsdorp in de streek Oblast Kirov als zoon van een dorpsgeestelijke. Het schilderen zat in de genen: grootvader was een iconenschilder en broer Apollinari was ook een verdienstelijk schilder.

Viktor begon op het seminarie en hielp tijdens zijn studie de Pool Andriolli met het schilderen van fresco’s in de Alexander Nevskikathedraal. Na zijn studie toog hij naar Sint Petersburg om te gaan studeren aan de Keizerlijke Academie voor de Schone Kunsten (1870). In 1873 begon hij met een aantal studiegenoten de groep de Zwervers (waaronder Ivan Kramskoj) en raakte bevriend met Ilja Repin.

Viktor werd in 1876 uitgenodigd naar Parijs te komen. Daar raakte hij onder de indruk van sprookjesverhalen, die hij van illustraties ging voorzien. Zeer tot ongenoegen van zijn collega-Zwervers, die vonden dat hij van het rechte pad was gegaan. In 1877 keerde hij terug naar Moskou en begon met het maken van iconen.

Na Moskou volgde Kiev, waar hij fresco’s maakte voor de Vladimir-kathedraal en Michail Vroebel leerde kennen. Met broer Apollinari ontwierp hij decors en kleding voor een opera van componist Rimski-Korsakov.

Uit die samenwerking kwam ook de opdracht om een nieuwe muts te ontwerpen voor de Russische soldaat. Hij ontwierp de bogatyrka naar een schilderij dat hij ooit maakte van drie middeleeuwse ruiters.

Tegen 1900 begon Vasnetsov zich te interesseren voor architectuur. Hij ontwierp een kerk, zijn eigen huis en bedacht het Russische paviljoen voor de Wereldtentoonstelling van Parijs (1898). Zijn hoogtepunt in de architectuur-werkzaamheden was het ontwerp voor de  behuizing van de Tretjakovgalerij.

vasnetsov-1vasnetsov-2vasnetsov-3

Zelfportret Viktor Vasnetsov

vasnetsov-4vasnetsov-5vasnetsov-6

Marcel Wauters: het ontwaken van de pijn

Het ontwaken van de pijn

het ontwaken van de pijn van het opnieuw / de ogen nog moe nog hoe zien niets / maar waartoe / tot nog toe en hoe lang duurt dat nog hoe lang nog hoe / is de tocht nooit moe nooit jong nooit oud waarom / is er dan een reden waarom / overal buiten zijn de ruiten / buiten zijn overal de ruiten vuil van mist

doch wacht een weinig nog / zullen wij verder gaan bedenk / zullen wij verder gaan / zonder ophouden zonder blijven zonder / hoor nu ook het lied hangt stil

steek uw hand door de wand / achter de rand van het land van de tijd / is zand

Uit: Apotheek, 1958

Paul d’Haese: Belgopolis

Hoe mooi of lelijk kan je omgeving eruit zien? De Belgische fotograaf Paul d’Haese (Ninove, geboortejaar mij onbekend) ging op pad met zijn toestel en zocht het uit. Belgopolis is het resultaat. D’Haese heeft belangstelling voor architectuur. Zijn zoektocht in eigen land werd vooral gedreven door nieuwsgierigheid naar bijzondere gebouwen of bouwsels, die een ogenschijnlijk onalledaagse functie hebben: een muur, een garagedeur, een leegstaand pand waarvan de functie onduidelijk is of een bouwsel op een begraafplaats. Het leverde mysterieuze foto’s op.

paul-dhaes-belgopolis-1paul-dhaes-belgopolis-2paul-dhaes-belgopolis-3paul-dhaes-belgopolis-4paul-dhaes-belgopolis-5paul-dhaes-belgopolis-6

Leopold Lugones: noodlot

Leopoldo Lugones Argüello (1874 – 1938) Argentijns schrijver, dichter en journalist. Zijn kleinkind Pedro Lugones is een bekend voetballer.

leopoldo-lugonesLugones is een omstreden figuur in de Latijns-Amerikaanse literatuur. Hij behoort tot de Modernisten, maar er is in zijn werk ook veel Symbolisme terug te vinden. Zijn maatschappelijke loopbaan en keuzes maakten hem omstreden. Begonnen als journalist werd hij polemist en een veelgevraagd spreker. Van socialist veranderde hij in een conservatief en later sloot hij zich zelfs aan bij de fascisten. Wanhopig en gedesillusioneerd pleegde hij in 1938 zelfmoord door het innemen van een cocktail gemaakt van whiskey en cyanide. Volgens de officiële lezing was politieke frustratie een belangrijk motief voor zijn zelfmoord. Andere (hedendaagse) bronnen reppen ook van een geheime relatie met een studente. Die verhouding werd ontdekt en viel slecht in zijn eigen gezin. Zijn zoon verbood de liefdesrelatie. Leopoldo raakte depressief en dat zou een andere reden voor de zelfmoord zijn geweest.

Noodlot

Ik wilde je niet zien en vroeg / de liefde: maak me blind als jij. / Ineens verdween mijn zicht; toch bleef / jouw beeld een schaduw aan mijn zij.

Ik had genoeg van jouw gemaal / en wilde daarom niets meer horen / Alles werd stil; alleen jouw stem / kwam keer op keer mijn rust verstoren.

Mijn reuk, mijn smaak, ze gingen heen, / bezweken onder hun verdriet. / Jouw geur en mijn verbittering: die uit te wissen lukte niet.

Dat niets me nog zou kunnen deren, / het was gemakkelijk gevraagd: / mijn leven wordt uitsluitend nog / door lijden en verdriet geschraagd.

Wat kan ik het ten slotte vragen / om rust te vinden in het gemoed? / Alleen vergetelheid en dood, / een kist door niemand ooit begroet.

Maar dan ineens is er die twijfel / bij deze dodelijke pijn: / en als de ziel de wond eens was / en die onsterfelijk blijkt te zijn?

Uit: De dichter is een kleine God, Barber van de Pol en Maarten Steenmeijer, Atheneum, Polak en Van Gennep, Amsterdam, 2010

Ankie Peypers: taal

Taal

Ik ken de woorden alleen van horen zeggen. / Zij zijn mij verwant als de neven in Finland / die brede schouders hebben, kalme ogen, / waarin geruisloos bomen groeien, sleden rijden.

Ik denk aan hen in brieven vol rivieren, / wit hout stroomafwaarts, vol van sneeuw en liefde. / Omdat zij eenzaam zijn en onbereikbaar / als woorden.

Uit: Taal en teken, Ankie Peypers, Contact, Amsterdam, 1956

Philip Roth: verontwaardiging

Writer Philip RothPhilip Roth (1933) rijmt op Goth. Roth komt al jaren in aanmerking voor de Nobelprijs (literatuur), maar kreeg ‘m nog niet. Hoeft ook niet, gewoon lezen is de beste manier om hem eer te bewijzen en op zijn waarde te schatten.

Roth schrijft in de traditie van The Great American Novel: verhalen die gemakkelijk weglezen; met veel spanningsbogen zodat je verder wil lezen, snel tot aan het eind. Herkenbare en waarachtige personages, dramatische eindes. En toch, wat hem echt relevant maakt is dat die verhalen hout snijden. Roth schrijft verhalen die vragen stellen bij al die geweldige Amerikaanse (vrije westen, individualisme, hoop en glorie) verworvenheden. Want wie het nieuws een beetje volgt, ziet dat Amerika worstelt. Want waren ze na WO 2 nog de held van velen, na de verloren Vietnam-oorlog kwam er een beetje de klad in.

In Verontwaardiging volg je een all-american-boy die succesvol zijn middelbare school afrondt, de universiteit bezoekt, de volgende universiteit neemt, tienen haalt en het toch niet redt. Hij sneuvelt in Korea. Maar voordat het zover is, lees je hoe dat allemaal tot stand komt. Dat kan in een boek van meer dan 500 pagina’s. Roth redt het in minder dan 260.

In dit boek stelt Roth een vaste Amerikaanse waarde aan de orde: religie. Maar eerst het Chinese volkslied waaraan het boek zijn titel te danken heeft:

Sta op, gij die zich niet knechten laat! / Wij bouwen aan een nieuwe Muur / Met ons eigen vlees en bloed! / China’s volk is heden in groot gevaar. / Verontwaardiging vervult ons aller hart, / Sta op! Sta op! Sta op! / Sluit aaneen de rijen, / Wij trotseren de vijand, Voorwaarts! / Wij trotseren de vijand, / Voorwaarts! Voorwaarts! / Voorwaarts mars!

Hoofdpersoon Marcus Messner moet zich bij de decaan van de universiteit melden. Niet omdat hij zijn best niet doet, maar omdat hij zich niet wenst aan te passen.

Ik was een modelstudent. Waarom was dat voor niemand goed genoeg? ik werkte in het weekend. Waarom was dat voor niemand goed genoeg? Ik kon niet eens voor het eerst van mijn leven gepijpt worden zonder me af te vragen, terwijl ik gepijpt werd, wat er fout was gegaan dat het me vergund was gepijpt te worden. Waarom was dát voor niemand goed genoeg? Wat moest ik nóg meer doen om iedereen te bewijzen wat ik waard was?

Eén van Marcus belangrijke pijnpunten, volgens de decaan,  is dat hij niet gelooft, niet in een god. Dat wordt hem door de decaan kwalijk genomen. In het debat daarover, citeert Marcus filosoof Bertrand Russell:

‘Denkt u dat u, als u de beschikking kreeg over almacht, alwetendheid en miljoenen jaren om uw wereld te vervolmaken, niet met iets beters dan de Ku-Klux-Klan of de fascisten tevoorschijn kon komen?

(..)

Godsdienst, stelt hij (Russell), is eerst en vooral gebaseerd op angst – angst voor het onbekende, angst voor het verval, angst voor de dood. Angst, zegt Bertrand Russell, is de bron van wreedheid, en het is dan ook geen wonder dat wreedheid en godsdienst al eeuwen samengaan. Verover de wereld met intelligentie, zegt Russell, niet door slaafse  onderwerping aan de doodsangst die samenhangt met het leven op de wereld. Het hele godsbegrip, besluit hij (Russell), is de vrije mens onwaardig.

Het is duidelijk: Roth schuwt de grote woorden niet. Hij legt ze zijn hoofdpersoon in de mond. Marcus’ geschiedenis is die van veel jonge mannen: voorbeeldig stevenen ze af op hun lot. Een lot dat ze niet goedgunstig gezind is: ze fataal wordt. Marcus weet voortdurend wat hem te wachten staat: als hij niet slaagt, moet hij de oorlog in (in dit geval die van Korea). Dat geldt voor Marcus en met hem voor veel jonge mannen elders op de wereld. Jongemannen die bouwen aan hun eigen Muur, die van vlees en bloed maar geroepen worden door hun volk dat in gevaar verkeert. Met verontwaardiging in hun hart.

Kate and Anna McGarrigle, Martha and the Muffins

Een duo en een band uit Canada. Kate and Anna McGarrigle en Martha and the Muffins, in beiden spelen de vrouwen de hoofdrol.

Kate and Anna zijn zussen, van oorsprong uit Montreal afkomstig. Hun internationale erkenning begon met hun eerste (titelloze) album in de vroege jaren ’70. De liedjes die de dames schrijven zijn gevoelig en geestig; de instrumentatie is klein, huiselijk. Maar de stemmen zijn hemels. De zussen maken niet heel veel platen (in 2005 verschijnt hun laatste), stichtten gezinnen en voeden kinderen op (waaronder de zoon van Kate, Rufus Wainwright). Kate sterft, 63 jaar oud, in 2010.

De andere Canadese band is Martha and the Muffins, thuisbasis Toronto. Als groep begonnen in 1977 en debuterend met het album Metro Music (1980). Op dat album het nummer Echo Beach dat een New Wave-hit en klassieker werd en nog dagelijks ergens op de wereld te horen is. In 2010 verscheen hun laatste album.

Landschap: het eiland Innisfree

The Lake Isle of Innisfree 

By William Butler Yeats

I will arise and go now, and go to Innisfree,
And a small cabin build there, of clay and wattles made;
Nine bean-rows will I have there, a hive for the honey-bee,
And live alone in the bee-loud glade.

And I shall have some peace there, for peace comes dropping slow,
Dropping from the veils of the morning to where the cricket sings;
There midnight’s all a glimmer, and noon a purple glow,
And evening full of the linnet’s wings.

I will arise and go now, for always night and day
I hear lake water lapping with low sounds by the shore;
While I stand on the roadway, or on the pavements grey,
I hear it in the deep heart’s core.

lake-isle-of-innesfreeIk wil hier alles laten en heengaan, en gaan naar Innisfree, / Een hut zal ik er bouwen, gemaakt van bies en klei: / Ik zal er negen rijen bonen hebben, een korf voor de honingbij, / En in het zacht gegons zal ik wonen, alleen.

En vrede zal er groeien, want vrede druppelt langzaam / Uit de sluiers van de morgen naar waar de krekel zingt; / Waar de nachten glanzen, de dag purper gloeit / En avondschemer leeft van het geruis van vogels.

Ik wil hier alles laten en heengaan, want nacht en dag / Hoor ik hoe het water aan de oevers fluistert; / Ik hoor het langs de weg, of lopend langs de huizen, / Ik hoor in het diepst van wat ik ben.

Uit: De mooiste van de hele wereld, Koen Stassijns en Ivo van Strijtem, Lannoo, Atlas, Tielt, 2000