Catharina J. Blaauwendraad: Open vraag

Hij geeft mij geen gelijk en kijkt – tegen veel zaken anders aan – terwijl ze mij ter harte gaan.

En zelfs wanneer wij zwijgen lijkt – de stilte tussen ons te staan.

Geen stilte die bescherming biedt: – ik ben – gewoonlijk welbespraakt – genadeloos monddood gemaakt.

Wat baten mij als hij mij doorziet – mijn woorden, nodeloos en naakt?

Hij speelt geen spelletjes, en is – zichzelf, steeds als wij samen zijn. – Ik voel me vreemd, ontkleed en klein.

Wat heeft dit voor betekenis? – Wat zoekt de man op mijn domein?

D-film: Brian De Palma

Alfred Hitchcock, Master of Suspense, heeft een leerling die goed kan wat de oude meester tot zijn handelsmerk maakte: manipuleren en spanning opbouwen. Zijn naam: Brian De Palma. Maar met de verwijzing naar Hitchcock alleen doen we de Amerikaanse filmmaker voor een deel recht.

De Palma ontwikkelde zich tot een volleerd gangster- en live-actionfilmmaker, die met zijn beheersing van de filmtechniek en huiveringwekkende spanningsopbouw, meester werd voor veel jonge, aankomende filmmakers.

De Palma bewonderde Hitchcock en maakte dat aanschouwelijk in een reeks films: Sisters, Carrie, Obsession, Dressed to Kill, Blow Out en Body Double. Douchende meisjes, voyeurisme, seksuele obsessie en vrouwen in gevaar: thema’s die we kennen van Alfred H. De Palma voegde daar meer bloed aan toe en meer techniek: parallel-montage en split-screen.

Daarna volgde een periode waarin de gangsterfilm de interesse trok van De Palma. Uit die periode stammen klassiekers als: The Untouchables, Scarface en Carlito’s Way. Die laatste 2 films met Al Pacino in de hoofdrol.

Ook van De Palma’s hand: Mission Impossible met Tom Cruise. Onvergetelijke filmscenes is 1 ding, de beste acteurs is 2 (Sissy Spacek in Carrie; Tom Cruise in Mission Impossible; Al Pacino in Scarface en Robert de Niro in The Untouchables), maar De Palma’s films hebben ook veel te danken gehad aan ijzersterke scenario’s. In dit kader ook applaus voor: Oliver Stone, David Mamet en David Koepp. Kortom, De Palma heeft ook een neus voor de goede mensen op de juiste plek.

Neruda 97: voor wie niet is

Je moet wel vliegen nu, maar waar naartoe? – Zo zonder vleugels, vliegtuig, zonder twijfel: – de passen zijn al reddeloos gezet, – verhieven niet de voeten van wie reisde.

Je moet wel vliegen, elk moment zoals – de adelaars, de vliegen of de dagen, – de ogen van Saturnus overwinnen – en daar de nieuwe klokken laten luiden.

Nu schoenen, wegen al niet meer voldoen, – nu aarde de verdwaalden niet meer baat, – nu wortels reeds de nacht hebben doorkruist,

zul jij verschijnen op een andere ster – van vastberaden tijdelijke aard – uiteindelijk veranderd in papaver.

Sirenen, Bianca Castafiore, Maria Callas en vooroordelen

Ulysses and the Sirens, 1909 (oil on canvas)

Herbert James Draper: Odysseus en de Sirenen

Sirene is dat loei-ding dat op de eerste maandag van de maand steevast om 12 uur ’s middags afgaat. Het dringt door tot in woonkamer en kantoor. Soms vergezeld door de ping op je mobiel. Dan weet je dat je nog verbonden bent met de ‘echte’ wereld waarin zich rampen kunnen voltrekken.

In andere tijden (die van Grieken en Romeinen)  waren Sirenen aantrekkelijke vrouwen (nee, nimfen!) die mooi zongen.  Ze woonden op een eiland. Ze waren uitmuntend in de zangkunst en betoverden daarmee iedere voorbijganger, die luisterde. Zoals dat vaker gaat met aantrekkelijke vrouwen die zich een kunst hebben eigen gemaakt: het wordt meeslepend en betoverend en menig man kan dan zijn verlangen niet beteugelen. Gevolg: reddeloos sterven.

Het overkwam de Griekse held Odysseus (wie kent hem niet?). Om te ontkomen aan prachtige zang en schone vrouw, liet hij zich vastbinden aan de mast van zijn sloepje. De bemanning (roeiers want een motor was er nog niet) kregen was in hun oren, zodat ze de Sirenen niet konden horen. Zo doe je dat: was tegen aantrekkelijke vrouwen die mooi zingen!

Bianca_Castafiore

Bianca Castafiore, uit: Het Geheim van de Eenhoorn, de avonturen van Kuifje

Niet aantrekkelijk, maar wel van de zang, is Bianca Castafiore. Ze is een hoofdpersonage uit 1 van Hergé’s opmerkelijkste (strip)albums: De Juwelen van Bianca Castafiore. Opmerkelijk omdat het verhaal zich thuis bij Kuifje en Kapitein Haddock, op Kasteel Molensloot, afspeelt. De verwikkelingen zijn minimaal en toch is het album de moeite waard, want actueel.

Na een bezoek aan een aantal zigeuners, maken Kuifje en Haddock kennis met het zigeunermeisje Miarka. De zigeuners hebben zich terug getrokken op de plaatselijke vuilnisbelt. Dat is tegen het zere been van Kuifje en Haddock. De zigeuners krijgen een vriendelijke ontvangst op Molensloot. Daar is inmiddels operadiva Bianca Castafiore gearriveerd. Ze heeft een oogje op Haddock. De kapitein moet echter niets van haar hebben en wil vluchten. Ondertussen worden er juwelen van Castafiore gestolen. De verdenking valt (uiteraard) op de zigeuners. Kuifje gaat op onderzoek uit en lost de diefstal naar tevredenheid op.

Hergé speelt met de vooroordelen van de lezer. Ondertussen laat de bedenker ook zien een liefhebber van (opera)muziek te zijn. Met Castafiore doen de Scala in Milaan, Wagner, Rossini, Verdi, Puccini en Gounod hun intrede. Rossini’s opera La Gazza Ladra speelt zelfs een belangrijke rol in het verhaal. En.. het boek Schateiland van Robert Louis Stevenson krijgt nog een eervolle vermelding. Dat allemaal in een minder geslaagd album van Kuifje!

maria-callas

Maria Callas

En als het dan om aantrekkelijke vrouwen gaat, die zich de zangkunst hebben eigen gemaakt, mag Maria Callas niet onvermeld blijven. Zij is de enige (tot nu toe) die mij reddeloos achter laat als ze gezongen heeft. En nu de was uit de oren!

 

Von Hofmannsthal: Die beiden

Hugo (Laurenz August Hofmann Edler) von Hofmannsthal (Wenen, 1874 — Rodaun, 1929) Oostenrijks schrijver en dichter. Hij bewoog zich als schrijver op het einde van de literaire stroming het Symbolisme. Was medeoprichter van de Salzburg Festspiele en werkte samen met componist Richard Strauss.

hugo von hofmannsthal

Talentrijk in talen: Frans, Engels en Italiaans. Had contact met tijdgenoten Arthur Schnitzler, Stefan George en Henrik Ibsen. Als scholier publiceerde hij al gedichten onder het pseudoniem Loris. Vertegenwoordiger van het Jonge Wenen.

In zijn vroege periode was Hofmannsthal nog, zoals George, een estheticist, die niets dan de schoonheid en de harmonie wenste te cultiveren, zonder zich om de maatschappij te bekommeren.

Hofmannsthal had ambitieuze plannen voor romans en novelles, maar kreeg rond de eeuwwisseling het gevoel dat hij de mogelijkheden van de taal had uitgeput. Hofmannsthal geloofde van toen af aan dat de mens niet moet vertrouwen op de kosmische harmonie, maar zelf een inspanning moet leveren om zijn leven ‘echt’ te maken. Hij kreeg een afkeer van het estheticisme, dat hij sedertdien als decadent ervoer.

Hofmannsthal begon mengvormen tussen genres te creëren: hij bedacht werken in de vorm van reisverslagen, schreef teksten waarvan het niet duidelijk is of ze dialogen of toneelstukken zijn. Zijn aandacht ging sterk uit naar het theater: geïnspireerd door de in zwang geraakte psychoanalyse van Freud en zijn belangstelling voor antieke mythologie schreef hij stukken over Oedipus. Ook danstheater interesseerde hem.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog kreeg hij van het Ministerie van Cultuur de opdracht voor cultuur te zorgen: het resultaat was de oprichting van de Salzburger Festspiele, samen met Max Reinhardt en Richard Strauss. Met Strauss werkte hij vaker samen: hij leverde libretti voor Der Rosenkavalier en Ariadne aug Naxos.

Sie trug den Becher in der Hand – Ihr Kinn und Mund glich seinem Rand, – So leicht und sicher war ihr Gang, – Kein Tropfen aus dem Becher sprang.

So leicht und fest war seine Hand: – Er rit auf einem jungen Pferde, – Und mit nachlässiger Gebärde – Erzwang er, dass es zitternd stand.

Jedoch, wenn er aus ihrer Hand – Den leichten Becher nehmen sollte, – So ward es beiden allzu schwer. – Denn beide bebten sie so sehr, – Dass keine Hand die andre fand – Und dunkler Wein an Boden rollte.

D-vrouw: Sandy Denny

Voor veel Britten en folkies is Sandy Denny de enige, echte en beste folk-rock zangeres die het eiland heeft gekend. De combinatie folk-rock duidt op haar bijdrage aan de Britse folk-rock band Fairport Convention. Toen Sandy toetrad tot de band was dat bedoeld ter vervanging van zangeres Judy Dyble. Een aantal jaren en albums later bleek die periode het hoogtepunt van zowel Sandy’s loopbaan als die van Fairport Convention. Er was magie en die raakte velen (waaronder mij).

Sandy Denny studeerde voor verpleegster, hoorde Simon & Garfunkel, en wilde zingen. Het moest, gezien haar stemgeluid, folk worden. Haar eerste plaatopname was een nummer met The Strawbs. Who Knows Where the Time Goes werd haar eerste solo-single in 1968. Een jaar later was ze lid van Fairport Convention.

Achteraf haar meest vruchtbare periode. Haar altstem is krachtig en indringend. Aan die stem zit iets spookachtigs en mystieks. Door haar zang legt ze de verbinding tussen heden en verleden. De heksen en de druïden van de Engelse venen en moerassen hervatten hun leven als Denny begint te zingen.

Na Fairport Convention probeert Sandy het solo en in verschillende projecten. Dat brengt haar onder andere in contact met Fotheringay (samen met echtgenoot Trevor Lucas en genoemd naar een song van Fairport Convention die Denny schreef) en Led Zeppelin. Voor Led Zep neemt ze (samen met Robert Plant) het nummer Battle of Evermore op.

In 1978 overleed de zangeres aan de gevolgen van een val van de trap. Voor de verpleegster, die uiteindelijk in een ander vak terecht kwam, een bizar levenseind.

 

K.Schippers, Ivy Anderson, A Day at the Races en verzinwoorden

In Poeder en Wind van K.Schippers verzint de schrijver woorden die typisch voor het verhaal zijn (en wellicht typisch voor de schrijver). Een bloemrijke lezing van die woorden levert het volgende op:

drankwankel, toevalswaarheid, lichaamsvervolg, valkennis, gemaksboog, slotlettertrits, pleksetiquette, hulpomhelzing, steunzoekstappen, woordhuid, schamphand, doorloopaanraking, lijfwisseling, minutenlicht, omhelsportaaltje, aderveld, zaaiwoord, armcirkel, tweelingbeweging, richtingbedrog, voetverhaal, zeurzwaar, kwartgebarenvlaag, versnaperingskist, en betekenisgebaar.

Verder blijkt Schippers een liefhebber van jazz. Duke Ellington en Ivy Anderson kwamen voorbij (naast Stephan Grapelly). Van deze zangeres een fragment uit de The Marx Brothers-film A Day at the Races. Ivy Anderson zong een aantal jaren bij het orkest van Duke Ellington.

Willem van Althuis: het Fries landschap gereduceerd

Willem van Althuis (Dronrijp, 1926 – Heerenveen, 2005) was een Nederlands, maar vooral Fries kunstschilder.

Willem van Althuis groeide op op het Friese platteland en werd stratenmaker. Hij tekende in zijn vrije tijd zijn directe omgeving. Dat tekenen ontwikkelde zich na het bestuderen van de werkwijzen van Vincent van Gogh, Paul Klee en Wassily Kandinsky tot vrijgevochten schilderkunst.

Hij nam vaak een bouwwerk uit de regio Heerenveen/Dronrijp als uitgangspunt. Hij behandelde het thema een tweede, derde of vierde keer en reduceerde de voorstelling tot enkele vlakken met subtiele kleuren. Hij noemde dat zelf “vertalingen”. Het onooglijke gebouwtje van de visafslag van Laaxum herschilderde hij meer dan 15 keer.

Dat consequente weglaten en terugbrengen tot het wezenlijke, bracht hem tot landschappen en schilderijen met abstracte vlakken, wazige lijnen, cirkels en vierkanten.

willem van althuis

willem van althuis2

willem van althuis3

willem van althuis4