Pierre Michon brengt postbode Joseph Roulin tot leven

Vincent van Gogh en de postbode Joseph Roulin leerden elkaar in 1888 in Arles kennen. Hoewel zij zeer verschillend waren, bevielen zij elkaar. Ook het uiterlijk van Roulin deed Van Gogh iets, zodat hij het verschillende malen schilderde. Roulin was toen achter in de veertig; op de portretten zit hij er, met zijn pet nog op, bij als een vorst. Roulin heeft Van Gogh voor het laatst gezien in het ziekenhuis van Arles in februari 1889, een jaar nadat hij was overgeplaatst naar Marseille. Van Gogh werd kort na hun laatste ontmoeting overgebracht naar een isoleer-cel in Saint-Rémy en later naar Auvers waar hij in juli 1890 bezwijkt. Roulin heeft vanuit Saint-Rémy enkele brieven van de schilder ontvangen. Hij overleed in 1903.

Uit het weinige dat Van Gogh over hem naliet weten we in elk geval dat Roulin een kleurrijke republikeinse alcoholist was met veel door absint aangewakkerd atheïstisch vertoon. Tegenover de rusteloze, vertwijfelde schilder legde deze rechtschapen, robuuste man een broedelijke houding aan de dag. Schrijver Pierre Michon gaf hem met dit boekje een mooie ode.

van gogh, roulin familie2

Joseph Roulin, van beroep postbode, geschilderd door Vincent van Gogh

van gogh, roulin familie3Nogmaals Joseph, vereeuwigt door Van Gogh

..en ik zie hem ook voor de schilderijen in het gele huis geplant staan, zijn tijd verlummelend met in de lucht staren, niet voor en ook niet tegen, tolerant en twijfelend want hij begrijpt niets van kunst en hoe zou hij ons er dan iets van kunnen laten begrijpen? Wat er achter zijn tolerantie of zijn twijfel ligt, is niet bekend. Het is een personage waar je weinig aan hebt als je het in je hoofd haalt over schlderkunst te schrijven. Hij bevalt me wel. Hij is uitgeput en misschien vrolijk zoals dat betaamt. Hij is zo leeg als een ritme. Nu wil dat het despotische, doffe en vergeefse scanderen waarme je ondersteunt, voedt en afzwakt wat je schrijft, zijn naam draagt; ik wil dat het meteen de grote jas aantrekt en de pet van de posterijen; dat het oud wordt in Marseille en het zich Arles herinnert; dat het een baard krijgt; het zal verschijnen in pruisisch-blauw, drankzuchtig en republikeins; het zal geen snars begrijpen van de schilderijen, maar misschien zal het bij toeval, door kidnapping, nog eens schilderij worden; het zal moezjiek worden, of landheer als ik daar zin in heb – en dat het zoals gewoonlijk totaal willekeurig is, maar heel duidelijk aan het daglicht treedt, zich manifesteert en verdwijnt.

Uit: Joseph Roulin, de postbode van Van Gogh – Pierre Michon, Arbeiderspers Amsterdam, 1990; vertaling Marijke Jansen

van gogh, roulin familieDe rest van de familie Roulin geportretteerd door Van Gogh