bron foto: 27vakantiedagen.nl
Napels
Hier voel ik weer het lieve leven lichter / En vindt mijn hart, van wroeging vrij, weer vreugd. / Hier ben ik weer de onbekommerde Dichter / Van zon en zee, van jok en jeugd.
Vertrek
Nog ééne Nacht. Wij scheiden morgen, / De Stad van Napels en mijn ziel. / Maar zóó diep droeg mijn ziel geen zorgen, / Dat de lach van Napels niet troostend binnenviel.
Napels
De huizen zoeken zon en zee en wind. / Overal dringend over de steile rotsen. / De wind wappert, de schuimen golven klotsen, / Terwijl de zon zijn hooge tocht begint.
Jacob Israël de Haan (1881 – 1924)
Uit: Verzamelde gedichten (deel 2), Van Oorschot Amsterdam, 1952