Wortel: ‘Er wordt geen gat in mij geslagen’

Vooraf: Moet je als schrijver alles weggeven, of houd je nog iets voor jezelf?

Ik kan me bijna geen voorstelling maken van jou. Op welke wijze jouw ogen het papier kruisen. Ze hebben er onderzoek naar gedaan en je denkt dat je de regels netjes volgt. maar je ogen glijden kriskras over het papier. Al onze ogen leggen een andere weg af, zelfs via dezelfde woorden, via hetzelfde verhaal, hetzelfde papier, dezelfde wereld.

Ik weet dat mijn ex-vriendin K. dit leest. (Ik hou nog steeds van je, maar niet meer op dezelfde manier als ik ooit heb gedaan. Ik verwacht dat je daarmee hebt leren leven. Ik in ieder geval wel. Ik red me prima. Ik hoop dat je me gelooft. Ik weet dat je nu denkt: ik hoop dat je jezelf gelooft, en ja: ik kan na al die jaren met recht zeggen dat ik mezelf ben gaan geloven.)

Van de andere lezers weet ik niets. Ik kan kiezen wat ik wel of niet laat zien. Soms maak ik de verkeerde keuzes, het vervult me met schaamte, af en toe met angst, het frustreert me, er zijn slapeloze nachten bij, ik moet bekennen dat ik ook weleens deuren kapottrap, mijn telefoon tegen de muur gooi, een lege fles op de grond smijt, maar het maakt uiteindelijk nooit hartstochtelijk verdrietig, er wordt geen gat in mij geslagen dat niet meer te vullen is. Nooit. Omdat ik weet dat de rest, alles waar ik niet voor gekozen heb, nog ergens is. Alsnog. De andere mensen – jij, u, jullie, de lezers – weten het ook. Ze beseffen het niet altijd, meestal niet zelfs, maar ze weten het. Waarom heb je anders zo vaak wanneer je een boek leest het gevoel dat er iets ontbreekt?

uit: er moet iets gebeuren, Das Mag Amsterdam, 2015

Maartje Wortel (1982, Eemnes)

MaartjeWortel, Joost-Joossen; dagvandeliteratuur.nlfoto: Joost Joossen; bron beeld: dagvandeliteratuur.nl

Plaats een reactie