Libertijns
Bekvechten vond ik nooit de moeite waard, / natuur en kunst genoot ik zonder spijt, / mijn handen warmde ik bij de levenshaard, / nu dooft het vuur: ’t wordt langzaamaan mijn tijd.
Walter Savage Landor (1775 – 1864), vertaling A.Marja
Uit: Aan een droom vol weelde ontstegen – Gerrit Komrij, Meulenhoff Amsterdam, 1982