Een Deense beschrijft de mannelijke Russische ziel

‘Ik ken Tsjechov en Dostojevski,’ begon mrs. Arild terwijl ze Serjozja recht aankeek, haar armen om de leuning van het bankje geklemd, ‘en ik ben al bijna vijf maanden in Rusland. Jullie zijn erger dan de Fransen. Bij jullie wordt de vrouw per se een slecht geheim toebedeeld om in haar bestaan te kunnen geloven. Alsof zij reëel uitgebeeld iets kleurloos is, net als water. En wanneer ze dan als een schandaleuze schim ergens vanuit de diepte te voorschijn komt, ligt de zaak anders; over dat silhouet wordt niet getwist, dat kan niet genoeg geprezen worden. Op het Russische platteland ben ik nog niet geweest. Maar in de steden bewijst jullie zwak voor donkere steegjes dat jullie niet een eigen leven leiden en dat iedereen op zijn manier dat van een ander begeert. Bij ons in Denemarken is dat niet zo. Wacht, ik ben nog niet klaar…’

Uit: De laatste zomer – Boris Pasternak, Hema Amsterdam, 1989; vertaling Chris Koopmans

boris pasternakbron foto: pinterest.com

Boris Pasternak (1890 – 1960, Russisch)

Plaats een reactie