Obe Postma Dicht over Vrienden

postma obe; .jpegbron beeld: omropfryslan.nl

Vrienden

Ik ben wat een stil en eenzelvig persoon, maar toch heb ik mijn vrienden wel. / Het kan een kelner op een station zijn of iemand die zijn werk op de markt heeft. / Of een ander, met wie ik wel eens een woord gewisseld heb. / Ook zijn er wier leven dichter bij mij geweest is; / Ik zie hen niet iedere dag, maar ergens bewaar ik een lach of de druk van hun hand / En soms komen die me weer voor de geest. / Ook bewaar ik wel eens een woord. Zo heb ik in mijn jeugd een oudere vriend gehad. / En jaren later bracht mijn pad mij aan zijn deur en ik noemde zijn naam; / Mijn P… hoorde ik hem toen zeggen, en die woorden heb ik bewaard.

Er is niet zoveel nodig om vrienden te hebben; / Soms, als ik in een dorpje aan de zeekant kom, zijn er mensen die lachem als ze mij zien lopen. / Dan denken ze daar is die rijmer, die over Klaas en Keimpe gerijmd heeft / En over oude Oetske, over jagers en visserslui; / En ze zijn me wel genegen. / En nu ook, terwijl ik maar wat onnozele dingen zeg, / Kunnen er mensen zijn die ik meeneem, omdat ze het leven zelf voelen. / Niet opgemaakt als een beeld, maar zoals de ziel het aandraagt.

uit: van het Friese land en het Friese leven, een keuze uit de gedichten, Meulenhoff Amsterdam, 1997; vertaald door Jabik Veenbaas

Obe Postma (1868-1963, Cornwerd)

Plaats een reactie