Richard Long bekraste de aarde

Richard Long (Brit, 1945) maakte wandeltochten. Eerst in zijn eigen omgeving, vervolgens tot ver buiten Groot-Brittannië. Zoals de meeste wandelaars stippelde hij een route uit op een kaart, trof de noodzakelijke voorbereidingen en vertrouwde op zijn richtingsgevoel.

richard long 6

De meeste andere wandelaars vertrouwen niet alleen op hun richtingsgevoel, maar volgen met hun blik het pad. De insteek van Long (aldus K. Schippers):

De wandelaar bereikt een breed plateau, het hoogste punt. Er is hier geen pad meer dat door vlinders of bomen wordt benadrukt. Het zachtste licht komt tussen een groep sparren op krachten, hoeft later, ergens anders, pas weer volop mee te doen. De reiziger is een grens overgegaan waarachter zich niets meer hoeft af te spelen.

De bomen die op het eerste gezicht allemaal op de weg lagen, de behulpzame vlinders, het veld zonder gebeurtenissen en wat hij verder nog van het geringste zal oogsten, eens zal het deel uitmaken van een ranke geschiedenis die scherp afsteekt bij de gewone reisverhalen.

Als hij binnenkort over zijn tocht vertelt zal hij zich een meester wanen van het caleidoscopische, van het fragment dat te verlegen is om veroverd te kunnen worden, altijd trekt het zich terug. Hoeveel schutkleur het ook heeft, de reiziger zag het en heeft het dit keer gevangen. Hij vermoedt alleen niet dat hij veel heeft overgeslagen, zo tevreden is hij met zijn buit. En toch hebben de lichtste voorvallen zich vlak in zijn buurt afgespeeld. Sterker nog: hij heeft ze zelf veroorzaakt.

(..)

richard long 1Kaarten, stenen, takken en sprenkelingen (de attributen die Long gebruikte op zijn wandeltochten) van de wandelaar die van het ene naar het andere punt probeert te komen. De aarde bekrast. En met zijn cirkels en rechthoeken van stenen, dat nog net niet verdampte water en die voetstappen op de rivierbedding, pas op, het wordt vloed, heeft Long iets onmogelijks in beslag genomen, richting puur, zonder punt van vertrek en zonder bestemming, zonder de noodzaak nog ergens te hoeven komen.

Uit: Sprenkelingen (over het werk van Richard Long), uit: Sprenkelingen – K. Schippers, Querido Amsterdam, 1998

Plaats een reactie