bron beeld: biografieonline.it
Zij kwam, glimlachend, elegant
Zij kwam, glimlachend, elegant, / De voetstap ongehaast en licht, / En ik, die voel met mijn verstand, / Maakte meteen ’t juiste gedicht.
Ik spreek daarin niet over haar / Noch ook hoe zij, volwassen kind, / De hoek omsloeg van gindse straat, / Hoek waar de eeuwigheid begint…
In het gedicht spreek ik van zee, / Beschrijf de golven en de pijn. / Herlezend zie ik een van twee; / De hoek – ofwel de waterlijn.
uit gedichten, Arbeiderspers Amsterdam, 1978; vertaling August Willemsen
Fernando Passoa (1888-1935, Lissabon, Port)