James Joyce wekt Eveline tot leven

james joyce; brasil.elpais.combron beeld: brasil.elpais.com

Personages beschrijven van vlees en bloed, dat schoot me te binnen toen ik Eveline las van James Joyce (1882-1941). In dit korte verhaal richt de Ierse schrijver zich op Eveline, een vrouw uit een gebroken gezin, die droomt van een betere toekomst.

Maar in haar nieuwe huis, in een ver vreemd land, zou het anders worden. Dan zou ze getrouwd zijn – zij, Eveline. De mensen zouden haar dan met respect behandelen. Ze zou niet behandeld worden als haar moeder. Zelfs nu ze boven de achttien was, voelde ze zich soms bedreigd door de gewelddaden van haar vader. Ze wist dat ze daarvan hartkloppingen had. Toen ze nog klein waren, had hij haar nooit geslagen zoals hij bij Harry en Ernest had gedaan, omdat ze een meisje was, maar de laatste tijd was hij begonnen haar te dreigen door te zeggen dat hij alleen ter wille van haar dode moeder niet met haar deed wat hij eigenlijk wou. En nu had ze niemand om haar te beschermen. Ernest was dood en Harry deed iets in het decoreren van kerken en was daarom bijna altijd ergens anders. Bovendien had ze meer dan genoeg van het onveranderlijke gebekvecht om geld op zaterdagavond. Zij gaf altijd haar hele loon af – zeven shilling – en Harry zond altijd wat hij missen kon, maar de moeilijkheid was wat geld van haar vader los te krijgen. Hij zei dat ze het geld verspilde, dat ze niet goed bij haar hoofd was, dat hij haar niet zijn zuur verdiende geld gaf om het over de balk te smijten en meer van dat fraais, want hij was op zaterdagavond meestal ongenietbaar. Tenslotte gaf hij haar dan het geld en vroeg haar of ze nog van plan was om eten voor de zondag in te slaan. Dan moest ze zo vlug mogelijk erop uit om boodschappen te gaan doen, waarbij ze haar zwart leren beurs stevig in de hand hield, zich met de ellebogen een weg baande door de menigte en laat thuis kwam, belast en beladen. Ze moest hard werken om het huishouden te doen en ervoor te zorgen dat de twee kinderen die aan haar waren toevertrouwd geregeld naar school gingen en geregeld hun eten kregen. Het was hard werken – een hard leven – maar nu ze op het punt stond weg te gaan, vond ze haar leven niet helemaal ondraaglijk.

uit: Dubliners, Van Gennep Amsterdam, 1991; vertaling Rein Bloem

James Joyce (1882-1941, Dublin, Irl)

Plaats een reactie