Bijna iedere dag muziek: Mompou

Frederic Mompou (1893-1987), Catalaan en componist. Raakte geïnspireerd door de muziek van Fransman Fauré, net als Catalaanse volksdeuntjes een inspiratiebron waren. Over deze Mompou het volgende:

https://youtu.be/BDqpnmVth7U

Kort na de oorlog hoorde ik een paar keer – zonder het te weten – iets van hem, in toegiften van Stephan Askenase. Het was onder andere L’home de l’aristo, een muziekje aansluitend bij wat de Six toen maakten, al is de hele bundel (Suburbis) van 1916-1917. In 1956 kreeg ik mijn eerste Mompou (Cansions i dansas VII) met de verontschuldiging dat het misschien een beetje te zoetelijk zou zijn. Hoewel ik altijd heb begrepen dat buitenstaanders het te zoetelijk zouden vinden (een beetje zoals de Hollandse schrijvende Duitser Louis Ferron over Satie schreef) is de bekoring van de eerste ontmoeting niet verdwenen.

Ik las in die tijd een stukje van Frank Onnen over een privé-recital van Mompou. Zijn spel werd vergeleken met dat van Debussy. Mompou leefde dus nog en ik nam me voor om hem een bewonderingsbrief te schrijven. Die brief is nooit geschreven en het idiote is dat Mompou nu nóg leeft (dit artikel is uit 1984), hoewel hij in 1893 geboren is. Alicia de Larrocha heeft een bijzonder mooie bloemlezing uit zijn werk op de plaat gezet ter ere van zijn negentigste verjaardag. De vroegste stukken stammen uit 1911 (de eerste Impresiones intimas), toen was Mompou achttien jaar. Mozart had op die leeftijd natuurlijk al een heel oeuvre achter de rug, maar als we ons tot wat menselijker voorbeelden beperken is het verbazend dat Mompou op die leeftijd al zo volstrekt de eigen toon had gevonden.

Veel composities doen denken aan die van Satie; eenvoudige melodieën tegen een geraffineerde harmonie. Net als bij Satie ontbreken soms de maatstrepen en – belangrijker – er is haast geen ontwikkeling van de motieven. Grete Wehmeyer sprak in haar Duitse (!) boek over Satie over Baukastentechnik, een willekeurig naast elkaar plaatsen van kleine fragmenten. Hoewel over de betekenis van het woord willekeurig nog lang gefilosofeerd kan worden, kun je een dergelijke techniek ook bij Mompou aanwijzen.

Maar het belangrijkste toch is dat hij het talent had om uit de chaos van omringend geruis enkele melodieën te redden die officieel uit de volksmuziek stammen, maar waarvan ik de meeste nooit bij enig ander componist heb gehoord en die door de kleur van zijn harmonieën zo duidelijk Mompou werden dat ik tijdenlang gedacht heb dat hij ze zelf had bedacht (wat dat laatste dan ook zou mogen inhouden).

uit: de hand van de slordige tuinman – Dick Hillenius, Van Oorschot Amsterdam, 1996

Plaats een reactie